Velonomics voor Particulieren

We gaan hier even voorbij aan het fietsplezier en sportieve voordelen van de WAW, en bekijken de zaak puur financieel.

In het kort

  • Een velomobiel kan de auto vervangen aan een fractie van de kost en dus veel geld uitsparen of zelfs opbrengen:

    • De vaste kost van een velomobiel (afschrijving en financiering) bedraagt 10 à 20 % van de kost van een gemiddelde auto.

    • De variabele kost van een velomobiel (brandstof, slijtage, stalling, verzekeringen,...) bedraagt ongeveer 10% van de kost van een gemiddelde auto.

    • De fietsvergoeding is uitgevonden voor de gewone fietser. Met een velomobiel kan je deze opbrengst ver(drie-)dubbelen tot een serieus verdienmodel.

  • Externe kosten als ziekte, luchtvervuiling, ruimtegebruik, uitbuiting, afval, ongevallen... worden sterk gereduceerd.

Enkele begrippen:

Voor wie niet zo vertrouwd is met economische begrippen als afschrijving, financieringskost, restwaarde etc. een beetje uitleg: Als je een gezinsauto koopt van 29.877,- € (BMW 1 reeks zonder opties, 2017) en na vier jaar zou verkopen voor 11.951 € (bron: autogids.be), is de waardevermindering 17.926 €, over 48 maand betekent dat een afschrijvingskost van 373,- €/m. Naast die effectieve kost moet je ook het volledige aankoopbedrag financieren, wat betekent dat je rente derft op je spaargeld (+-5,- €/m) of rente betaalt op een lening (+-10,- €/m,).

Verzekering, slijtage door veroudering, garageruimte, ... brengen de vaste kost op ongeveer 450,- €/m. De variabele kost hangt af van hoeveel je rijdt: verbruik, slijtage, banden, olie: zo'n 100,- €/m voor een traject van 15 km.

Hier vindt u een rekenmodel (om te bewerken: Bestand > kopie).

Lage afschrijvingskost.

Een WAW bestaat voornamelijk uit composieten en aluminium; de conditie van het koetswerk gaat er, op wat krassen na, niet op achteruit. De slijtende delen (fietscomponenten) kosten relatief weinig. ALLE WAWs die we ooit maakten, rijden nog rond. WAWs, en velomobielen in het algemeen, behouden dus lang hun waarde. De geringe waardevermindering resulteert in een kleinere afschrijvingskost.

Eventuele elektrische aandrijving verliest sneller zijn waarde. We gaan er van uit dat die na 4 jaar economisch afgeschreven is. Gewone fietsbatterijen, bekend onder de naam 'lithium-ion', gaan drie tot vijf jaar mee. Lithium-ijzerfosfaat batterijen gaan 2000 laadbeurten mee, dus een tiental jaar. Een Rohloff versnellingsbak gaat 100.000en km mee.

Dit maakt dat de tweedehandsprijzen van WAWs, elektrisch of niet, na een viertal jaar tussen de 4000,- € en 6000,- € stabiliseren, dat is heel wat beter dan auto's en fietsen. De netto afschrijvingskost op 4 jaar bedraagt een 50 € per maand voor een standaard WAW, tot 100 € voor een professionele hybride als de eOrca of eWAW.

Lage financieringskost.

Als je de investering in een gewone velomobiel vergelijkt met een doorsnee fossiele of elektrische wagen, bedraagt die ongeveer een vierde. Als je een topvelomobiel met een redelijke klassewagen vergelijkt, of de goedkoopste velomobiel met de goedkoopste auto, liggen de cijfers in dezelfde verhouding.

Er zijn zeker meer mensen die de pakweg 9000,- € voor een WAW hebben klaarliggen dan 27.000,- € voor een doorsnee Golf. Wie een velomobiel toch niet wil of kan zelf financieren, heeft natuurlijk ook navenant minder kosten aan de externe financiering. Hoe dan ook zijn de financieringskosten op datum van schrijven (°2018) nauwelijks relevant. KBC, bijvoorbeeld, biedt nu fietsleningen aan met een rentevoet van 0.85%.

Het kan gevoelsmatig aantrekkelijk zijn om met financiering te werken: er kruipt geen spaargeld in en het fietsen brengt netjes elke maand extra inkomen op. Als je bijvoorbeeld 140 €/maand afbetaalt voor een WAW en je legt er een woon-werk afstand van 25km mee af, bespaar je 240 € op je auto (brandstof en andere variabele kosten, auto behouden) en krijg je 210 € fietsvergoeding. Dit betekent een netto inkomensstijging van 300,- €/m.

Fietsleasing voor particulieren.

Voor bedrijven kan een leaseformule interessant zijn maar voor een particulier zeker niet. De rentetarieven van alle leasingformules liggen veel hoger dan de rentetarieven die je als particulier kan bekomen bij een gewone bank. Wat vooral aantrekkelijk is voor bedrijven zijn de boekhoudkundige en administratieve voordelen, en die zijn voor een particulier niet van tel. Voor de particulier geldt dus: neem een fietslening en klaar.

Fietsleasing voor particulieren, met BTW-nummer.

Indien er in de verste verte een BTW-nummer in de buurt is (van uw bijberoep, uw echtgenote, uw werkgever, reclamesponsor,...) moet u een velomobiel zéker via dit BTW-nummer kopen. Niet alleen kan de BTW dan gerecupereerd worden (nog altijd een onbegrijpelijke 21%), ook kan de aankoopprijs voor 120% in onkosten gebracht worden!

Dan is het wel interessant om te gaan leasen. De hogere rentetarieven vallen immers in het niet bij de fiscale voordelen. De onderneming hoeft niet al die BTW voor te schieten. De maandelijkse kost kan dan kaderen in een fiscaal vriendelijke loonovereenkomst: élke werkgever zal liever 250,- € onkosten maken, waarvan 300.- € aftrekbaar, dan 450,- € brutoloonkosten te betalen :-). Op voorspraak van onze professionele klanten zijn we gaan samenwerken met EB-Lease. Fietser.be kan een simulatie maken en de documenten bezorgen voor de onderneming.

Een cijfervoorbeeld van het meest voorkomende geval: Een full option eWAW Pro van 10.000,- € + BTW, geleased bij EB-Lease, kost 260,- €/m + BTW (°2018). Na vier jaar kan de velomobiel dan overgekocht worden voor 500,- €! In de praktijk wordt dan meestal een nieuwe velomobiel aangeschaft en krijgt de gebruiker de meerwaarde (+- 4.000,- €) van de tweedehandsverkoop als bonus. Bovendien is die bonus netto want het betreft een verkoop van particulier aan particulier, waarop de BTW al betaald werd.

Lage Gebruikskost.

De gebruikskosten zijn natuurlijk vooral zo laag omdat er niet getankt moet worden. Ook het vervangen van de slijtende delen is goedkoop. Een velomobilist zal veel meer kilometers kunnen afleggen per fiets dan de tweewielige veelfietser. Een gemiddelde Fietser.be klant legt ongeveer 10.000 km per jaar af. Kosten voor banden, ketting en cassette liggen dan in de grootte-orde van 20,- €/m.

Alle kosten liggen bij velomobielen altijd op een fractie van de kosten bij een fossiele auto, met één uitzondering: sommige velomobielen zijn niet crashbestendig. Een velomobiel uit één stuk kan dikwijls hersteld worden, maar het zal nooit zo goed zijn als tevoren. Dat is een spijtige zaak wanneer je de schade zelf moet betalen. Wie zich veel in het verkeer begeeft zal dus het best voor een WAW kiezen, waarvan de neus / schokbreker niet alleen de rijder beschermt, maar ook vervangbaar is. Een omniumverzekering is dan ook de moeite niet waard voor een WAW. Wanneer de verzekering van de tegenpartij betaalt (en dat is eigenlijk meestal het geval want de meeste ongevallen worden veroorzaakt door auto's die zonder kijken het fietspad op rijden) is zo'n velomobiel uit één stuk dan wel weer leuk, want dan krijg je eerder een nieuwe :-).

Er zijn geen verplichte kosten voor verzekering, belasting op inverkeerstelling, verkeersbelasting, of andere taksen. Integendeel, de fiscus betaalt mee.

Fietsvergoeding.

De fietsvergoeding is uitgevonden door mensen die 'fietsen' beschouwen in termen van tien, vijftien kilometer. De WAW, en zeker de eWAW, maakt het mogelijk om àlle dagen veel langere woon-werk afstanden te fietsen. Het gros van de WAW-rijders pendelt tussen de twintig en de vijftig kilometer enkel, met enkele uitschieters. Dan kan die fietsvergoeding exploderen. We hebben enkele klanten die meer dan 400,- € per maand fietsvergoeding verdienen, om nog te zwijgen van de alternatieve transportkost die bespaard wordt.

Cijfervoorbeeld: 47km enkel is 400,- €/m fietsvergoeding + 450,- €/m besparing op verbruiks- en variabele kosten auto vs. velomobiel - 250,- € afschrijving = 600,- €/m extra netto inkomen. Met de Fietsvergoeding wordt de WAW een echte cashcow.

Je fietst bijvoorbeeld 25 km naar je werk. Met de WAW kan dat het hele jaar door, dus 220 dagen per jaar. Aan 0,23 € per km levert de fietsvergoeding je jaarlijks 2.530 € op! Deze extra verdienste is bovendien helemaal vrij van belastingen en sociale zekerheidsbijdragen. Dus slimmer (én leuker) dan de auto nemen, waar de vrijstelling van de woon-werk vergoeding die je eventueel krijgt, beperkt blijft. De variabele kosten van het alternatieve transport dalen ook (bv. auto variabele kosten). Met een vlotte route (bv. langs de jaagpaden) verlies je op dergelijke afstanden weinig tot geen tijd op de auto, en ben je vast en zeker een stuk sneller dan de collega's die carpoolen of het openbaar vervoer gebruiken.

De fietsvergoeding is tot 0,23 € per kilometer vrij van inkomstenbelasting. Voorlopig, want dat bedrag wordt elk jaar geïndexeerd [2018: 0,23 €/km]. En, in tegenstelling tot de andere vervoerswijzen, verlies je die vrijstelling niet als je ervoor kiest je werkelijke beroepskosten te bewijzen. Combineer je de fiets en het openbaar vervoer? Dan kan je bovenop de tussenkomst voor je bus-, tram- of treinabonnement nog steeds een fietsvergoeding krijgen voor het aantal kilometers dat je fietst (afstanden die je fietst tijdens je diensturen in functie van je werk tellen niet mee).

In een aantal sectoren is de fietsvergoeding al verplicht: alle openbare instellingen, onderwijs etc., en in vele andere sectoren en bedrijven (bv. Volvo) wordt de fietsvergoeding erkend als een fiscaal elegante manier om de werknemers te verlonen, kosten te reduceren en duurzamer te ondernemen. Beter presterende, gezondere en gemotiveerde werknemers kunnen de ondernemer doorgaans enthousiasmeren. Wie niet statutair of in onderling overleg recht heeft op de Fietsvergoeding kan elke werkgever overtuigen met het Fietser.Plan.

Sportvergoeding.

Enkele klanten, die werken bij de brandweer, leger of politie, worden gedeeltelijk de uren uitbetaald die ze sporten. Niet iedereen heeft zoveel geluk maar denk er eens over na wat het ù waard is om de tijd die u hangt aan uw verplaatsingsplichten te kunnen vervangen door sport?

Je kan het cijfervoorbeeld 47 km hierboven ook zo bekijken: je verliest op die 50km wel wat tijd tov. de auto maar die is niet slecht betaald: Transittijd 30' extra = 20u/m. 600,- €/m / 20u/m = 30,- €/u ).

Belastingvermindering.

Ook een werknemer kan de onkosten van de fiets zelf en alle gerelateerde onkosten in mindering brengen voor de belastingen. Dit geldt ook voor elektrische varianten. De wetgeving hieromtrent fluctueert sneller dan wij kunnen bijhouden op deze pagina's. De Fietsersbond volgt dat goed op. Kort samengevat komen de meeste velomobilisten niet aan genoeg onkosten om boven het wettelijke forfait van aftrekbare beroepskosten.

Externe kosten.

Ook al voelen we dat niet rechtstreeks, we betalen allemaal mee aan de extreem hoge externe kosten van de fossiele mobiliteit: luchtvervuiling, gezondheidszorg, ziekteverzuim, files, stress. Door met een WAW te fietsen reduceer je deze externe kosten voor de maatschappij, dus ook voor jezelf. Op deze Velonomics-pagina wordt deze maatschappelijke opbrengst niet eens in het voordeel van de WAW meegerekend, je kan er iets meer over lezen in velonomics voor overheden.

Inkomsten uit reclame.

Als rolling billboard, of rijdend reclamepaneel, is de WAW goud waard voor de communicatie van bedrijven. Bedrijven kunnen de WAW zelf bekostigen als reclamepaneel of een particulier vergoeden voor het voeren van hun reclame. Wie dit serieus aanpakt kan goed verdienen op zijn eigen of bijkomende WAWs, en doet er goed aan als reclamebedrijf het statuur van zelfstandige in bijberoep aan te vragen. Hier vindt u meer informatie over adverteren op de WAW.

Terugverdientijd / Break-even.

Niet iedereen heeft het privilege om 25 km naar en van het werk te kunnen fietsen. Het 'gratispunt' of break-even, zonder fietsvergoeding, reclamevoeren of belastingvoordelen, ligt op ongeveer 10 km woon-werk afstand: op deze afstand bedraagt de besparing op verbruik en onderhoud van de auto exact evenveel als de kosten van de WAW.

Mét de fietsvergoeding bereikt de WAW al break-even op 5 km woon-werk-afstand.

Financiele vrijheid / meer vrije tijd.

De gemiddelde werknemer werkt ongeveer 500 uur per jaar voor zijn auto (US data), een werkdag per week of twee uur per werkdag.

Weg met die out-o?

Hierboven gingen we er van uit dat de WAW enkel voor woon-werk verkeer wordt gebruikt en de auto (door de week) in de garage blijft staan. Dan is het nog slechts een kleine gedachtensprong om zich te realiseren dat die (tweede) auto nu misschien wel overbodig is geworden.

Enkele honderden euro extra inkomen via de velomobiel is één ding, een auto kunnen uitsparen is voor vele gezinnen financieel een serieuze stap vooruit.

Waarom probeer je het eens niet multimodaal te doen? Autodelen voor familie-uitstapjes of grote boodschappen, plooifietsje op de trein of het vliegtuig voor de lange afstand, de WAW voor dagelijks gebruik... je bent vrijer dan je denkt. Met wat je uitspaart aan een auto kan je een pied-à-terre huren, een dag per week minder werken of extra kindjes kopen.